Iepen hebben eeuwenlang het landschap in Vlaanderen en omstreken gedomineerd. Dit vanwege hun groeikracht, hun tolerantie naar verschillende (ongunstige) bodems toe. Alsook de verschillende toepassingen van iepenhout. Vooral Ulmus minor en Ulmus glabra kwamen talrijk voor in het landschap. Tot er een Aziatische schimmel zijn intrede deed waarbij de inheemse iepen niet tegen waren opgewassen om zich te kunnen verweren. Hierdoor heeft de iep (onterecht) aan populariteit moeten in boeten. Ondertussen zijn er al heel wat cultivars op de markt gebracht die resistentie bieden tegen de iepenziekte. Er wordt een score gegeven van 1 tot 5 waarbij 5 de hoogste resistentie biedt. Zo kan men een gerust hart iepen aanplanten in het landschap of in een stedelijke omgeving.
Weetjes over de iep:
1) Iepen zijn eigenlijk heel tolerante bomen.
Ze stellen weinig eisen waardoor ze als straatboom kunnen dienen en inzetbaar als boom langs de kuststreek. Zelfs op heel ongunstige standplaatsen zal een iep redelijk goed kunnen groeien. Daarom kan men zelf spreken van een toekomstboom. Het zijn bomen die om kunnen gaan met hitte en droogte en zo de broodnodige schaduw kunnen bieden.
2) Verschillende iepen hebben de neiging om te vergaffelen door hun sterke groeikracht in de jeugd.
Dit wil zeggen dat er onderin snel zwaardere takken gevormd worden ten nadele van de hoofdtak. Door de begeleidingssnoei toe te passen in de eerste jaren kan men de hoofdtak hiervan vrijwaren.
3) Iepenhout is zeer sterk en taai maar tegelijkertijd licht en buigzaam.
De mooie tekening in het hout maakt dat het zeer gewaardeerd is voor meubelbouw. De mooie vlamtekeningen zijn echter van een ander kaliber dan bij de nieuwe resistente hybride-soorten waardoor het moeilijk is om het typisch iepenhout te verkrijgen.
4) Bijna alle iepen zijn bladverliezende loofboomsoorten met uitzondering van de Ulmus parviflora die in warmere gebieden groenblijvend is.
5) Het beste kenmerk van de iepen is het asymmetrische blad aan de bladvoet.
Wistjedatjes over de iepenziekte:
1) Er is een oorzakelijk verband tussen diverse iepenspintkevers en de iepenziekte.
Hoe aantrekkelijker de soort voor de kever, hoe hoger de kans dat de soort niet resistent is tegen de iepenziekte. Vooral oude exemplaren van Ulmus minor en Ulmus glabra zijn geliefd bij de kevers vanwege het dode of verzwakte iepenhout.
2) Naast de verspreiding van de schimmel van de iepenspintkever wordt de ziekte ook mogelijks verspreid via de wortels van de boom met wortels van andere iepen uit de directe omgeving.
3) Er zijn 2 soorten schimmels die de iep aantasten. De Ophiostoma ulmi, daar kunnen de meeste iepen zich nog wel tegen verweren. De 2de schimmel, Ophiostoma novi-ulmi, is een stuk agressiever. De boom probeert zich te verweren door de houtvaten af te sluiten voor de schimmel. Hierdoor is er geen sapstroom meer mogelijk naar het bladerdek waardoor de boom meer en meer begint af te sterven.
4) Men kan de boom inenten met een fungicide. Beter is om soorten aan te planten die resistent zijn.
Resistente soorten:
Ulmus ‘Columella’
Iepenziekteresistentie 5.
Een cultivar met een zeer smalle kroonvorm die goed toepasbaar is in een stedelijke omgeving maar ook in een zeeklimaat. Vanwege de smalle omvang is deze soort goed bruikbaar als straatboom. De herfstkleurig is geel. En is van de van de meest ziekteresistente soorten.
Ulmus ‘Dodoens’
Iepenziekteresistentie 5
Een zeer snelle groeier waardoor deze cultivar snel de neiging heeft om te vergaffelen. Dit kan men tegengaan door in de eerste jaren een stevige begeleidingssnoei toe te passen. Vanwege het snelgroeiend karakter kan men bij deze soort snel resultaat boeken als straatboom. Maar gebruik deze soort vanwege de kroonvorm enkel in lanen en brede groenstroken. Naast het groeivermogen is dit een soort die bodemvaag is en weinig eisen stelt aan zijn omgeving. Daardoor is de soor toepasbaar is voor kustgebied. De herfst verkleuring is geel.
Ulmus ‘Frontier’
Iepenziekteresistentie 5
Een elegante verschijning onder de iepen met een prachtige scharlakenrode herfstkleur. De groei van deze soort is een stuk trager waardoor deze soort weinig tot geen last heeft van vergaffelen. Naast de elegante verschijning is het ook een zeer sterke boom die heel wat kan verdragen zoals verharding en strooizout. Deze soort is uitstekend toepasbaar in een stedelijke omgeving. Droogte en hitte wordt goed verdragen, enkel een zeer winderige locatie wordt minder aangeraden.
Ulmus ‘Lobel’
Iepenziekteresistentie 3
Een boom die weinig standplaatseisen stelt en die ook goed bruikbaar is in het zeeklimaat. Vanwege de smalle kroonomvang (zuilvorm) kan deze soort toegepast worden als straatboom. Naar standplaatsen toe is deze soort eerder bodemvaag en stelt dus weinig eisen. De herfstverkleuring is net zoals bij de meeste iepen geel.
Ulmus minor ‘Jacqueline Hillier’
Ulmus minor 'Jacqueline Hillier' is een dwerg onder de iepen. Door zijn dwergvorm kan hij onder andere toegepast worden als een bonsai boom voor de Japanse tuinen. Het is een elegante verschijning onder de iepen vanwege zijn grillige, opgaande vorm. In tegenstelling tot veel andere iepen is deze soort een langzame groeier. Standplaatsen met veel wind worden afgeraden vanwege takbreuk. De herfstkleur is geel.
Ulmus parvifolia
Afkomstig uit China en gekend vanwege zijn ziekteresistentie tegen de iepenziekte. Deze soort heeft een groot aanpassingsvermogen naar grondsoorten, hitte en droogte alsook windbestendigheid en is bijgevolg bruikbaar in het zeeklimaat.